zondag 1 december 2013

Afsluiting

Na 2200 kilometer varen kan ik terugkijken op een fantastische reis die ons van de haven van Timika op West-Papua naar de haven van Ambon heeft gebracht. Een fantastisch schip, een supergoede bemanning, altijd vriendelijk en service gericht, heerlijk eten en enorm veel belevenissen. Er zaten soms lange vaardagen bij, af en toe was er veel gojang gojang, maar ik heb zoveel mooie dingen gezien; het was het allemaal waard. Wandelen over de planken door het merkwaardige Agats, je een avonturier voelen op de rivier naar de Asmat dorpen en verwelkomd worden door dansende krijgers met speren en pijl-en-bogen. Dolfijnen zien springen in het zonlicht en snorkelen op de mooiste onderwaterplekken tussen duizenden vissen in de meest exotische kleuren. Proberen Aru door te steken, niet gelukr, maar toch een prachtige belevenis. Daar waar Wallace woonde een jungle wandeling en ook reusachtige vlinders zien. Genieten van de betoverende stranden op Kei. En dan in de voetsporen van de VOC, de specerijeneilanden, de forten, de perkeniers, de Hollandse gouverneurshuizen, de plantages. Op straat op de Banda eilanden zie je nog steeds overal nootmuskaat te drogen, hier op Ambon ook kruidnagel. En wat waren die Banda eilanden mooi, zoals we daar met ons schip in de baai lagen aan de voet van de Gunung Api vulkaan, uitkijkend op Benteng Belgica. Onderweg de meest fantastische zonsondergangen, overweldigende sterrenhemels en het maanlicht op de zee. Het was een prachtig avontuur!

Ambon

Bij het ontbijt op het schip in de baai van Ambon wordt ik verrast door een mooie toegift van de wateren van de Molukken. Een walvis springt omhoog in de verte en laat zijn reusachtige staart zien. 
Dan wordt het tijd om het eiland te verkennen. We steken Ambon, niet eens zo'n groot eiland dwars over en rijden naar Hilla. Een mooi dorp met traditionele huizen met rieten daken, een oude kerk, ook met rieten dak en de mooie Wapaue moskee uit de 15e eeuw, gebouwd van hout, bamboe en riet, zonder een spijker te gebruiken. Aan de kust ligt het mooie Fort Amsterdam, uitkijkend naar Seram en bewoond door gierzwaluwen.
Een van de forten die er niet meer staat is Fort Haarlem, afgelopen zomer weggevaagd door een aardverschuiving, samen met tientallen huizen en enkele dorpelingen. Opeens staan we in een rampgebied, waar de mensen in een tentenkamp wonen.
We rijden verder langs de mooie kust vol pittoreske dorpjes en stoppen bij Larike. Dit dorpje staat bekend om z'n heilige alen. In een riviertje achter het dorp leven, in een grot, enkele reusachtige alen. De dorpelingen lokken de alen uit de grot met wat visjes en de rivier vult zich met enkele meters geglibber. Ze worden niet gegeten, want volgens eeuwenoude tradities zijn ze heilig. Voor de rest is het dorp erg islamitisch, maar zoals vaker gaan eeuwenoude bijgeloven makkelijk samen met het 'nieuwe' geloof. Overal zien we overigens reusachtige nieuwe moskeeën en kerken, duidelijk een teken dat moslims en christenen duidelijk hun aanwezigheid willen tonen. Zeker na de verschrikkelijke onlusten van enkele jaren geleden.
Volgende stop is Alang, een van de dorpen waar nog een traditionele Balieu staat, een gemeenschapshuis.
En dan rijden we naar Kota Ambon, de grootste stad op deze reis. Geen mooie stad, wel leuk om weer eens door de bedrijvigheid van een stad te slenteren. We hebben een boot, dus we bezoeken de stad vanaf de haven. Indrukwekkend om te zien, enorme containercomplexen, waar zelfs mensen wonen en kantoor houden. Overal trucks, karren, bemo's, ojeks, fietsriksja's die goederen af en aan brengen. Ik kijk m'n ogen uit naar het kleurrijke straatbeeld van de haven van Kota Ambon.



Nusa Laut en Saparua

Na een nacht varen over een wederom woeste Banda zee, aangekomen bij de Lease eilanden, waarvan we vandaag Nusa Laut en Saparua bezoeken. Prachtige omgeving, overal groene eilanden om ons heen, met op de achtergrond het 'moedereiland' van de Molukken, Seram. Zo groot als Seram is, zo klein is Nusa Laut. We bezoeken het kleine, vervallen Fort Beverwijck, het dorpje met z'n Ebenhaezer kerk en een witte kerstboom op het strand en vrouwen die kruidnagels aan het drogen zijn. In de baai worden we verrast om dolfijnen die een weergaloze show weggeven en op een neer uit het water springen. Uiteraard weer snorkelen, de eerste rifhaaien worden gespot en dan verder naar Saparua, een wat groter eiland. Ook hier een fort, het begint een terugkerend patroon te worden, Fort Duurstede ditmaal, wederom prachtig gelegen met kanonnen op de azuurblauwe baai gericht. We wandelen wat door Kota Saparua, een stil plaatsje in de middaghitte en dan op weg voor een laatste snorkelervaring.

Pulau Ai en Pulau Run

We wandelen door het kleine dorpje op Pulau Ai, een klein elandje behorende tot de Banda eilanden. Zoals steeds gebeurt als we ergens aankomen, lopen er verbaasd mensen op ons af, en altijd is er wel een vriendelijk iemand die ons het eiland wil laten zien. De huizen zijn er voor Indonesische begrippen redelijk welvarend uit, er wordt nog steeds goed geld verdiend met de handel in nootmuskaat en kenari noten. Overal zien we mensen met mandjes door de plantages lopen. Al eeuwenlang gebeurd dit, zoals de ruines van Fort der Wrake en Landgoed Welvaren laten zien. Fort der Wrake is zo genoemd na een nederlaag tegen de Engelsen, waarop de Hollanders terug zijn gekomen en de Engelsen verdreven hebben. Landgoed Welvaren was van een Hollandse perkenier. We stuiten ook op een overwoekerde kerk met enkele oude Hollandse graven.
En uiteraard gaan we weer snorkelen, een fantastische wand onder zee vol scholen vis, zodat we al snel omringd zijn door duizenden tropische felgekleurde vissen.
We varen verder naar het kleine eilandje Pulau Neilaka dat we in een kwartiertje rondlopen. Helaas is het regenachtig weer, anders zou het idyllische plaatjes hebben opgeleverd, omring door stranden en in de verte de Gunung Api vulkaan. 
Het eiland ligt voor de kust van het desolate eiland Pulau Run. Ooit was dit eiland in handen van de Engelsen, maar de Nederlanders wilden zo graag het monopolie over de specerijenhandel dat ze het omruilden tegen een Nederlands bezit ergens anders op de wereld: het toen armoedige eiland Manhattan. Pulau Run is nu een hoop rotsen en jungle in de woeste Banda Zee, Manhattan het centrum van de wereld!