dinsdag 30 september 2014

Berichten uit Koerdistan

's Ochtendsvroeg aangekomen na een korte vlucht in Kermanshah. Ik wordt afgehaald door twee trotse Koerden die me de komende dagen door het Iraanse deel van Koerdistan zullen leiden. Terwijl er momenteel heftig gevochten wordt in Syrische en Iraakse delen van Koerdistan is hier gelukkig alles rustig. De mannen zijn wel blij en dankbaar dat ik hier ben, iets wat ik meer zal tegenkomen op mijn eerste dag hier. In een uur of twee rijden we naar het karakteristieke dorp Palangan, afgelegen in een vallei, opgebouwd op twee bergwanden. De huizen zijn als het waren op elkaar gestapeld en lijkem uit de verte onderdeel uit te maken van de bergen, zeker nu het landschap zo droog en dor is als nu. Wat dat betreft zou ik een reis naar deze regio in het voorjaar aanraden als de valleien groen zijn. Maar goed, ook nu valt er voldoende te ontdekken. Wat sowieso opvalt vandaag, elke man, van jong tot oud, draagt de pofbroek, zo kenmerkend voor de Koerden. Ook de vrouwen dragen vaak kleurrijke pofbroeken en gebloemde hoofddoeken, een stuk kleurrijker allemaal dan de gemiddeld Iraanse vrouwen in hun chadors (op de hippe jeugd van Teheran na dan).
In Palangan sta ik een tijdje tussen een enorme kudde geiten en schapen die gemolken worden, ik zie een ouder echtpaart granen in een varkensblaas stampen om er olie van te maken en ik geniet in een schaduwrijke chaikhana langs de rivier van een bijzonder lekkere viskebab.
Vervolgens door het golvende landschap (dat met een beetje fantasie aan Toscane doet denken) op weg naar Paveh. Onderweg bezoek ik nog een enorm grottenstelsel en eind vd middag kom in aan in het stadje Paveh, dat vlakbij de Irakese grens legt. Ook hier een overwegend Koerdische bevolking, maar veel meer heeft het stadje niet te bieden. Er zijn amper restaurants, geen bezienswaardigheden en een redelijk hotel. Daar ga ik dan nu maar slapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten